Vanaf het erf van De Koppel wandelt de bezoeker over het betonpad langs de bloemrijke graslanden. In de graslanden ligt een grote vijver met vuurplaats.
Halverwege de tuin voert het pad rechtdoor naar de moestuinen en het bijen- en insectenhotel. Rechts daalt het af naar de maten, met een kleine meander die aansluit op de Vecht en plasdras gebied. Het is overal toegestaan het pad te verlaten en te struinen. Zo laat de tuin op kleine schaal de verschillende landschapstypen in de uiterwaarden van de Vecht zien en beleven. Voor de kenners: het natuurdoeltype voor de graslanden is droog schraal grasland.
Soorten die we inmiddels aantreffen zijn bijvoorbeeld de steenanjer en de lange ereprijs. De dijk is ingezaaid met gras voor de stevigheid als waterkering.
De tuin biedt beleving van alle elementen: aarde, water, lucht en vuur. Het is de basis voor activiteiten zoals waterdiertjes zoeken, speurtochten, lessen, voorstellingen en kampvuur maken. Jong en oud mag hier weer kind zijn.
De tuin is ontworpen door Carmela Bogman en ingericht door de gemeente Hardenberg en het waterschap Vechtstromen als project binnen het Vechtpark Hardenberg. Het onderhoud wordt verricht door vrijwilligers van De Koppel, het IVN, gemeente, waterschap en Staatsbosbeheer. De tuin is eigendom van Staatsbosbeheer en hoort bij NAC De Koppel. Van zonsopgang tot zonsondergang is de tuin vrij toegankelijk voor wandelaars, honden aan de lijn. Gebruik van de tuinen voor activiteiten kan in overleg met De Koppel.
Van talloze soorten insecten is iets bekend, maar nog lang niet alles. De levenswijze is vaak gecompliceerd en telkens anders. Om ze beter te leren kennen, is kijken hoe ze zich gedragen een heel goed eerste begin. Waar kan dit beter dan op de plaats waar ze wonen. Daarom wordt in de Koppeltuin een bijenstal gebouwd door de Bijenhoudersvereniging Hardenberg.
Naast de stal voor de volkeren is er ook een insectenhotel. Sommige alleen- wonende bijen, zandbijen, maken een holletje in de grond. Andere bijen bewonen holle braamstengels, holle rietstengels, gangen in hout of gangen onder een tegel. Er zijn ook soorten die de gaatjes in het hout behangen met blaadjes. Deze bijen worden wel behangersbijen genoemd. Wolbijen gebruiken voor het bedekken van de wanden plantenwol. Weer andere bijen plakken de gang dicht met klei, terwijl weer andere daar hars voor gebruiken.
Ook de wijze van stuifmeel verzamelen verschilt per soort, maar allemaal dragen ze door hun activiteiten bij aan het bestuiven van bloemen en zijn daarom erg belangrijk
Veel solitaire bijen, maar ook hommels en wespen maken gebruik van het hotel. Wil je thuis insecten een handje helpen, dan volstaat een zeer eenvoudige behuizing in de vorm van stukjes holle stengel, gaatjes in een boomstam, gaatjes in steen, in keramiek uitgevoerde hotels, enz. Op internet zijn talloze voorbeelden en soms heel fraaie bouwsels te vinden.
Vrijwilligers die op welk wijze dan ook willen helpen in de tuin zijn van harte welkom. Neem contact op met Immy van Huizen van De Koppel.
Achter in de tuin is de ooievaarspaal geplaatst die ook in de oude tuin stond. De nestgelegenheid is gemaakt op een oude elektriciteitspaal, daarom is een tweede gelijksoortige paal ernaast gezet: een kleine folly.
Naast de palen zijn broeihopen gemaakt van stobben en takken uit het terrein. Deze dienen als schuil- en broedplaats voor bijvoorbeeld vogels, insecten, egels, muizen en hopelijk ringslangen.